Een bijzonder moment
Lees meer
Om het eDNA-onderzoek binnen AQUON te ontwikkelen, heeft AQUON contact gezocht met de Hogeschool Leiden. Zij hebben één van de meest toonaangevende Nederlandse opleidingen op het gebied van DNA-onderzoek. De Hogeschool heeft aangegeven AQUON graag verder te willen helpen met het ontwikkelen van deze nieuwe techniek. Zij hebben aangeboden om een stagiair bij AQUON te plaatsen die door een docent van de Hogeschool inhoudelijk wordt bijgestaan. Hier heeft AQUON dankbaar gebruik van gemaakt; vorig jaar is Sander Heeman gestart als stagiair.
Tijd om eens nader kennis te maken: Wie ben je en wat doe je? En hoe lang ben je al actief binnen het eDNA-lab van AQUON?
“Ik ben Sander Heeman, 24 jaar en nu nog student biologie en medisch laboratoriumonderzoek aan de Hogeschool Leiden. Ik deed mijn afstudeerstage op het eDNA lab van AQUON. Ik ben nu sinds november 2019 bezig bij AQUON met het helpen opzetten van het eDNA-lab en het onderzoeken van blauwalgen. Na mijn afstuderen binnenkort start ik als medewerker op het eDNA lab.”
Wat zijn je werkzaamheden in het eDNA-lab?
“De focus van mijn afstudeeropdracht ligt bij het vergelijkingsonderzoek van de huidige technieken voor het analyseren van blauwalgen en het kwantificeren van cyanobacteriën en de bijbehorende toxinegenen door middel van qPCR. Hierin doe ik veel DNA-isolaties en qPCR-bepalingen om ervoor te zorgen dat er een goede methode aanwezig is. Een methode waarmee we op een accurate en efficiënte manier de analyses uit kunnen voeren.”
Wat zijn tot nu toe je bevindingen? Wat zijn opvallende dingen die je tegen gekomen bent?
“Tot nu toe hebben we een beperkt aantal monsters geanalyseerd voor ons vergelijkingsonderzoek. Wat me daar vooral in opvalt, is dat er een redelijke correlatie aanwezig lijkt te zijn met de huidige technieken. Mede doordat AQUON een groot aantal monsters binnen krijgt waarin veel variatie voorkomt, is het mogelijk om met het vergelijkingsonderzoek ook complexe monsters te onderzoeken en te bepalen of deze correleren met de huidige technieken.
Ook is mij opgevallen dat er niet altijd toxinegenen aanwezig zijn in de tot nu toe onderzochte monsters. Dat zou erop wijzen dat er dus ook geen toxines aanwezig zijn. Dit kan in de toekomst zeer waardevolle informatie zijn voor beter inzicht in het gezondheidsrisico van cyanobacteriën in water.”
Hoe denk je dat het zich verder gaat ontwikkelen, waar zie je naar uit?
“Ik denk dat DNA-analyses zich zullen ontwikkelen tot een goede ondersteuning van de huidige technieken doordat DNA-analyses relatief snel zijn. Ik zie heel erg uit naar het moment dat we een goed werkende methode hebben waarmee we de huidige technieken van blauwalganalyses kunnen ondersteunen. En waarmee we de waterschappen meer informatie kunnen geven over de waterkwaliteit.”
Hoe zie jij de toekomst van het DNA-lab, welk soort projecten zouden we als eerste moeten oppakken?
“Ik ben van mening dat DNA-technieken erg kunnen helpen bij het verschaffen van meer informatie over de aanwezigheid en de risico’s van organismen zoals cyanobacteriën en E.coli. Zo kan met behulp van DNA-analyses de bron van een E.coli besmetting opgespoord worden. Ook denk ik dat invasieve soorten met behulp van DNA-technieken sneller, efficiënter en accurater in kaart kunnen worden gebracht. Op basis daarvan kun je dan passende maatregelen nemen.”
Op zoek naar bekende en/of onbekende stoffen in water
Lees meer